Lesbrief - Groep 3
Download Lesbrief carnaval groep 3
Centraal thema: Ereraad
Lesdoel
Kinderen weten na deze lessen dat de Boer, Nar, Pliessie, eerste Minister en Prins Carnaval de Ereraad vormen en wat zij doen.
Korte inhoud
De feitenoverdracht gaat aan de hand van de poppenkastpoppen waarbij de leerkracht de karakters toelicht (zie uitgebreide toelichting). Vervolgens kan de leerkracht het knieboekverhaal voordragen. Dit is een duidelijk verhaal waarin alle karakters terugkomen en in hun rol zitten. Na het vertellen kan de leerkracht een aantal verdiepende of verbredende vragen stellen. Aanvullend kunnen de kinderen de karakters doorleven door creatieve opdrachten te uit te voeren.
Voorbereiding/materialen
- Lees het knieboek eenmaal door ter voorbereiding Download De grappen van Nar Robbedoes
- Lees de uitgebreide toelichting door
- Leg poppenkastpoppen klaar
Creatieve opdrachten
Ter inspiratie staan hieronder een aantal creatieve opdrachten opgesomd.
- Zelf poppenkast laten (na)spelen van het verhaal.
- Ontwerp zelf voor elk van de leden van de ereraad de kleren zoals jij ze graag zou willen.
- Maak van wc-rolletjes/vilt de ereraad.
- Trek jezelf over op een groot vel en zorg dat jijzelf minister, Prins(es), nar(rin), boer(in) of politieagent(e) wordt.
- Laat de kinderen kronen/mutsen maken en daarop een tekening van de Boer/Pliessie/Nar/Minister/Prins
- Laat de kinderen met de verkleedkleren uit de leskist een eigen Raad van Elf en Ereraad vormen en laat ze daarin de rollen spelen. Bijvoorbeeld door het geven van een onderscheiding aan iemand uit de klas. Wie geeft deze? Wie bewaart deze? Wie loopt er voorop in de polonaise?
Optioneel
Oud-ereraadsleden/vertellers komen op bezoek om te verkleden (pronken), resultaten van de opdrachten beoordelen, vragen te beantwoorden, materialen te tonen etc.
Uitgebreide toelichting; Verdieping Ereraad
De grote ereraad bestaat uit:
- De Boer
- Een Nar
- Een Pliessie
- Een eerste Minister
- Prins Carnaval
De ereraad van de jeugdraad bestaat uit:
- De Boer en Boerin
- Een Nar
- Een Pliessieagent
- Een eerste Minister
- Jeugdprins en Jeugdprinses
Onderstaand de taken beschreven vanuit de Grote raad, maar is ook op de jeugdraad van toepassing.
Prins Carnaval is tijdens carnaval de belangrijkste man. Bij de opening van carnaval krijgt de Prins van de burgemeester, de baas van Zevenbergen, de sleutel van Zevenbergen. Tijdens carnaval is de Prins de baas over Zevenbergen. Hij gaat voorop in het feest, praat overal met de mensen, reikt prijzen uit, enz.
De Prins van Zeuvebultelaand wordt gekozen door mensen van de carnavalsvereniging. Hij blijft over het algemeen meerdere jaren. De Prins zelf woont natuurlijk in Zevenbergen. In andere plaatsen hebben ze ieder jaar een andere Prins. De naam van de Prins wordt door de Prins zelf gekozen. De Prins herken je vast wel als je hem tegenkomt op straat. Hij heeft de mooiste hoed (dat heet een steek) met daarop de langste veren, een pak en hij draagt een lange jas met hierop een mooie ketting. De jeugdprins heeft ook van die lange veren. De jeugdprinses heeft een mooi kroontje op (tiara).
In Zeuvebultelaand is er met een carnaval een andere politieagent die noemen we de Pliessie. Hij is tijdens carnaval een soort politie. Je herkent de Pliessie aan zijn politiepak. Hij loopt ook altijd voorop als de Raad van Elf over straat gaat.
Ook de Nar hoort bij de Ereraad. Hij maakt overal grappen en grollen over en probeert iedereen te foppen. De Boer laat zien dat carnaval een boers feest is. Ook is hij veelal de persoon die van lekker eten houdt. De Eerste Minister is de laatste persoon in de Ereraad, hij is het hulpje van de Prins. Hij helpt hem met alle zaken en zorgt ervoor dat de Prins niets vergeet. In zijn koffer zitten alle onderscheidingen van de Prins zodat de Prins deze kan uitreiken als dat nodig is.
Verdiepende vragen
Na het uitleggen van de karakters en het vertellen van het knieboekverhaal kan de leerkracht een aantal verdiepende of verbredende vragen stellen. Bijvoorbeeld:
- Wie zit er in de Ereraad?
- Wie ken jij hier al van?
- Waaraan kun je ze herkennen?
- Welke taak hebben zij?
- Stel je voor er mag nog een persoon/rol in de Ereraad komen. Wie of wat zou dit dan zijn en wat is dan zijn of haar rol?